SCHERING EN INSLAG!

Op 12 november 2024 werden wij, ’DAMESCOLLECTIEF,’ ontvangen in de hal van het Textielmuseum door onze gids Frans. Zijn hele werkzame leven heeft hij in de textielfabriek gewerkt, dus kon hij ons alles goed uitleggen en vooral de werking van alle oude machines. Het was weer een hele boeiende middag.

In 1854 werkte Chrisje, (Christiaan Mommers) al als wever en richtte hij in 1872 de wollenstoffenfabriek op, C Mommers & Cie op ’t Goirke. (Goirkestraat) In 1876 werkten er al 73 werknemers bij Mommers. In 1894 werd er flink uitgebreid en was het lange tijd het hoogste fabrieksgebouw in Tilburg. In 1887 stelde hij een ‘schafttijd’ in en haalde daarmee destijds de pers. Tot 1950 werd het bedrijfscomplex diverse malen uitgebreid en hadden inmiddels ook al een filiaal in Frankrijk, in Lisieux. 

Tilburg telde wel 36 textielfabrieken in die jaren. 

 In 1951 werd het gedeeltelijk overgenomen door wollenstoffenfabriek Brouwers van Glabbeek en in ’56 het overige deel aan George Dröge. In 1981 besloot de gemeente om in de oudste panden van dit industrieel monument het ‘TextielMuseum’ te vestigen. Het werd volledig gerestaureerd en inmiddels zit er een hele glazen entree aan vast. Binnen ademt het nog de sfeer van honderd jaar geleden. Onder zie je hoe het vroeger was.

 

Frans legde uit dat wij drie tijdperken te zien krijgen. A het ‘spiertijdperk,’ B het ‘stoomtijdperk’ en C het ‘computertijdperk.’ 

Wij kregen een wollen draad te zien die je zo uit elkaar kon trekken, daarna op film hoe twee draden in elkaar gedraaid werden op ronddraaiende klosjes, en dan heb je sterk garen, spinnen heet dit en de machine heet ‘de schrobbelaar.’  Helaas is die machine al jarenlang kapot, maar er is niemand in de wereld die hem kan repareren, vandaar het filmpje. Jammer, want het is een zeer imposante machine met veel herrie. Daarna  weer zo’n imposante machine, waar vroeger 2000 draden, schering, tegelijk op enorme spoelen werden gezet. In 1798 werden ‘trekjongetje’ gebruikt, om de scheringdraden op te tillen zodat de spoel er onderdoor kon schieten. Jaquard wás zo’n jongetje en werd dit werk zat en vond toen de machine uit die dit automatisch deed.

 Hier moesten wij de oren dichthouden, wát een herrie! Bij de eerste machine zag je helemaal bovenin een soort kartonnen boek vol gaatjes waar naalden in vallen, dan worden de scheringdraden opgetild en kunnen de twee schietspoelen er onderdoor schieten en geven de draden aan elkaar over en zo ontstaat er een patroon, (net zoals het systeem bij een draaiorgel van vroeger) en het ‘weven’ begint. Die spoelen vliegen razend snel heen en weer met 20-25 km.per uur en maken enorme herrie. De arbeiders die hier werkten, hadden een gebarentaal om elkaar iets te zeggen en werden ook allemaal doof. ( het is heel moeilijk uitleggen!)

Hij vroeg ons welke vier technieken wij met garen kunnen doen. Er werd geroepen, haken, breien en punniken…..Fout! Dat zijn drie dezelfde technieken, nl daarmee haal je lusjes door elkaar, dat werd als eerste genoemd. Maar één is natuurlijk het garen maken. Twee, Kleding maken, ’naaien,’ maar dat woord mochten wij niet gebruiken, maar moesten ‘confectioneren’ zeggen! ( Bij rondleidingen met schoolkinderen kun je tegenwoordig niet meer het woord naaien gebruiken!) Drie, is ‘borduren,’ ook een techniek en dan nog nr. vier, het weven, waar de uitdrukking ‘met schering en inslag’ vandaan komt

De foto hierboven legt Frans uit hoe je kunt zien of je een echt damast tafelkleed kunt herkennen, of dat het een Jaquard is. Elly vroeg zich al af of zij alles moest onthouden, zóveel informatie! Wij liepen langs de borduurafdeling en Frans vertelde dat koningin Maxima hier wel drie keer is geweest om mee te helpen borduren voor nieuwe gordijnen in het Paleis Huis ten Bosch voor de verjaardag van haar man die toen 50 werd. Een heel passend cadeau zo je ziet!

           

De uitleg over de naam DAMAST, komt van Damascus, de hoofdstad van Syrië, was heel interessant, het is nl geen naam van iemand, maar de manier van weven. 

Damast moet aan drie eisen voldoen. A. Het moet rondingen hebben B, Tekst, bv de naam van de ontwerper en C het heeft een positieve en een negatieve kant, dit is de achterkant. Je kunt aan de zoom zien wat de achterkant is en de figuren zijn zwart en aan de goede kant wit. Ook hoeft damast niet wit te zijn, je kunt er zelfs ‘jute’ voor gebruiken. De klant bepaalde hoe het gevouwen moest worden, bv voor een groot banket heb je een enorm tafelkleed nodig, de lakei kon het met één snelle armbeweging over de tafel rollen en dan lag het meteen goed, maar dan moesten de vouwen in het midden wèl omhoog staan! Heel ingewikkeld dus!

                                                                                                                                                                               

                                                                                                                

Hierboven wordt damast bestudeerd en rechts een schietspoel. 

 Wij liepen door waar de wollen dekens werden geruld, foto hierboven, zoals dat vroeger gedaan werd. Er werden zaaddozen van een bepaalde plant gebruikt waar rondom stekels zitten. Deze werden aan een stang vast gemaakt en rolde zo over de stof heen, zodat hij helemaal ging pluizen en zo een wollige deken ontstond. Bij bewerkingen van de wol werd urine gebruikt. De mannen kregen 1 cent voor een volle kruik urine. Vooral verouderde urine zorgt ervoor dat ammoniak ontstaat en krijgt zo de werking van zeep, waarin de stof werd gewassen, verven en vollen van de wol. 1/3 urine en 2/3 water. Maandags mochten zij niet inleveren, dan zat er teveel alcohol in en daar komt de naam ‘KRUIKENZEIKERS’ vandaan, zoals de stad met Carnaval genoemd wordt. Nu zijn we bij het ‘stoomtijdperk.’ Boven staat een enorm grote machine  met een groot wiel, die een band aandreef en zo naar beneden liep om de andere machines aan te drijven. Weer heel veel herrie dus! Heel vroeger werden kleine jongetjes door een gat geduwd om kolen te gaan hakken voor de brandstof. KINDERARBEID WAS VROEGER DUS ‘SCHERING EN INSLAG!’

Daarna kwamen wij bij de computer aangestuurde afdeling. Dus we waren weer in de tegenwoordige tijd aangeland, waar wij truien bekeken die met de computer naadloos gebreid worden zoals dat nu gaat in de fabrieken. Drie kwartier en je trui is klaar! Een grote lichte ruimte met dakramen waar het noorderlicht goed binnenviel en de kleuren goed zichtbaar zijn. Hier konden wij aan een machientje draaien die razendsnel een sok breidde.

Enfin, weer veel geleerd en gezien! Toch erg blij dat wij in deze tijd leven.

Op naar de koffie/thee en héérlijk gebak, dat aangeboden werd door het bestuur. Toch weer een kleine verrassing in deze sombere dagen nietwaar?                                                                                                                           Bedankt Rini voor het organiseren.

                                                                                                                                                                                                                   Marijke Smit.