Enorme kassen zagen wij, 22 vrouwen van ‘DAMESCOLLECTIEF,’ in de verte vlakbij Zundert en wij kwamen aan bij een echte THEEPLANTAGE! Bijna niemand had er ooit van gehoord dat hier, vlakbij ons, dit bedrijf bestaat. Bij het woord theeplantage denk je natuurlijk meteen aan China, Indonesië, Peru, of in ieder geval ergens in verweggistan, waar het klimaat warmer is, maar zeker niet aan het toch wel koude, vochtige Nederland. Hoewel….het klimaat hier is aardig aan het veranderen!

Brigitte stond ons op te wachten bij de deur van de kas en vertelde ons dat wij vast zelf thee mochten nemen in de kas, maar mochten beslist niet met het theezakje op en neer bewegen in de beker,😊 dus… zakje erin en stil laten hangen en NOOIT SOPPEN DUS!

Erna en Loes werden door twee dames gewaarschuwd voor de drempel die daar ligt. Er waren er al een paar bijna overheen gevallen. Ze kunnen de vloeren daar onder water zetten, om de planten die op de grond staan van water te voorzien.

Nadat iedereen zijn bekertje thee had, kwam René aanlopen en ging ons vertellen over de ‘Nederlandse thee.’ Het bedrijf heet LOCAL TEA en het bedrijf  SPECIAL PLANT ZUNDERT. Dit laatste bedrijf zit hier al 25 jaar. Johan Janse had het 15 jaar geleden overgenomen van de grondlegger en met Johan is het ‘theeverhaal’ begonnen. Johan heeft ooit een studiereis naar China gemaakt en daar heeft hij het klappen van de zweep geleerd. Het is haast niet te geloven, maar alle thee in de wereld, waar je ook bent, of het nou Australië,  Zuid-Afrika, Indonesië of op de Noordpool is, ALLE THEE DIE JE DRINKT, KOMT MAAR VAN ÉÉN PLANT, n.l. DE CAMELLIA SINENSIS. ( er zijn wel varianten op deze plant, want in China wordt er natuurlijk anders mee omgegaan, dan bv in Afrika. Neem alleen al het klimaat.) René liet ons vol trots de plant zien en daarmee  staat de hele kas dus vol!  Johan had vanuit de hele wereld verschillende theeplanten laten overkomen en hiermee heeft hij de sterke Hollandse thee ontwikkeld en met succes!                                                                                                                                                    

Brigitte had een mooi verhaal uitgedraaid over de verpakking van de thee. Heel vroeger werd de thee in blikjes verpakt. Ene Sullivan vond dit te duur en ging de thee in zijden zakjes verpakken. Het was een ordinaire bezuinigingsmaatregel, want zijde was veel goedkoper dan blik. De mensen begrepen het niet goed en gooiden dus de thee met zakje en al in het kokende water in de theepot, hetgeen niet de bedoeling was! Maar…zo werd wel het theezakje, met touwtje en labeltje eraan geboren en Lipton Tea was de eerste die ermee op de markt kwam in 1919. René kende dit verhaal niet en vond het erg leuk dit verhaal op papier te krijgen.

 

Wij gingen de enorme kas in waar wij 1,6 miljoen theeplanten kregen te zien. Iedere dag staan er werknemers met de hand te wieden. Wanneer zij geluk hebben en de planten goed groeien, kunnen zij vier tot vijf keer per jaar maaien. Daarvoor hebben ze een machine die over de bedden rijdt, (de wielen links en rechts naast het bed) en dan alleen de nieuwe jonge blaadjes eraf snijdt, toppen eigenlijk. Alleen die blaadjes, zo’n drie per plant, worden geoogst.

Er is een eigen gesloten watersysteem. Buiten is een bron, waardoor het water eerst door een ontijzering-installatie gaat en dan wordt opgeslagen in een bassin. Hiermee zetten ze delen van de vloer in de kas onder water waar de planten op staan en wat teveel is wordt weer teruggeleid door de leidingen in de vloer, een gesloten systeem dus. De blaadjes die geoogst zijn gaan eerst op een grote hoop om te rusten, dertig á veertig uur lang tot ze verlept zijn en wanneer het zwarte thee moet worden gaan ze in plastic zakken om te oxideren en fermenteren en het blad daardoor zwart wordt. Voor groene thee wordt het blad verhit in de ‘raket,’ tot 285 graden voor vijf minuten, daarna gaat het in de vermaler, zodat het eruit komt te zien als  natte spinazie. Dan gaat het in de droogkast. Dit alles gebeurt in een klein fabriekje achter de kassen, in een aparte schuur.   

 

 

 Op de linker foto zie je de ‘raket,’ deze machine kan draaien en verhitten. Hij liet ons een handje groen en zwarte thee zien die in de droogkast waren geweest, (wel 40/50 uur lang.) Deze zwarte thee rook naar hooi, konijnenvoer zoals hij het noemde. Hierna, ging het terug in de raket, om de melange erbij te doen, bv gember, fruit kamille noem maar op en wordt hier in gemengd. Alles is biologisch, dus je kunt nog ondanks het zeven een stukje gember, fruit, of een steeltje in de theezakjes tegenkomen. Bij de andere merken thee zie je witte balletjes zitten en dat zijn de synthetische ‘smaakmakers!’ Dus dames, hoe vers en gezond wil je het hebben? Van één en dezelfde basisplant maken zij uit of het groene of zwarte thee wordt. Er is ook een heel veld met planten voor de verkoop, bv naar Intratuin of naar de groothandel en staan allemaal ‘op maat.’ De thee, die inmiddels in mooie doosjes zit blijft in Nederland en gaat naar de supermarkten zoals AH, Jumbo, Plus en de Lidl. Nu maar hopen dat ze véél verkocht worden. Vier smaken staan er.

Op de rechter foto zie je vreemde dingen hangen, waarvan wij niet konden raden wat het was. Hier zitten nl insecten in, dé natuurlijke bestrijders tegen ongedierte, zoals bv slakken. Ze zijn soms zo klein dat je ze met het blote oog niet kunt zien, zoals vliegjes en minibijtjes.Er worden ook andere planten gekweekt, zoals de Sophora plant, fam. van de bonsai. Z-Korea en de Scandinavische landen zijn er dol op, wij niet, het is een miezerig sprieterig plantje.

Terugkomend bij waar wij begonnen zijn, mochten wij nog thee pakken en kregen een echte theeplant mee naar huis! Het was erg leuk en leerzaam! Helaas kan ik lang niet alles vertellen, het wordt dan veel te lang. 

 René, jij bedankt voor de fijne middag met jouw bevlogenheid voor dit bedrijf en duidelijke uitleg en….neem nog een koppie thee op ons!

Caroline bedankt voor het organiseren!                          Marijke Smit.