Met 16 super enthousiaste vrouwen van ‘DAMESCOLLECTIEF,’ gingen wij donderdag 8 juni naar het prachtige bedrijf van Gilbert en Loes Sweep. Helaas had zijn vrouw een ongelukje gehad, met een zware ijzeren plaat op haar voet, zodat zij niet kon werken en zij werkt voor twee, dus arme Gilbert moest een tandje bijzetten en eerst lange tafels afruimen, waar net een groot gezelschap geluncht had. Na even geduld, kregen wij koffie met appelcake.

 Na zijn verontschuldiging, stak hij van wal en dat was géén kleine wal! Wát had die man een pracht verhaal te vertellen. Het is een ‘breed bedrijf,’ zo begon hij. Het zijn eigenlijk drie locaties, met zijn oudste zoon Dries hebben zij 18 hectaren in eigendom. 800 meter verder hebben zij nog een melkveebedrijf, waar zijn broer op zit met 105 koeien, waarvan de melk naar Friesland, CAMPINA gaat. De koeien krijgen na het bewerken van de velden in hun voer nog de resten van de asperges te eten! MELK, DE WITTE MOTOR, toch?

. Hier nog eens 28 hectaren eigendom, 46 hectaren bij elkaar. Daarnaast huren zij er nog 30 hectaren grond bij en zijn zodoende helemaal zelfvoorzienend. Zij zijn een circulair landbouwbedrijf, of wel een ‘‘kringloop ’landbouwbedrijf. Hiervan zijn 6 hectaren aspergeproductie, 6000 meter wijngaard, produceren vooral witte wijn, grasland en maisland voor de koeien.

     In de coronaperiode konden zij gewoon doorgaan, want tussen de wijnranken moet 1,80 ruimte zitten en dus konden zij hun bistrotafeltjes op 1,5 meter zetten tussen de ranken en zo gasten ontvangen, voor de lunches en wijn/likeur proeverij. Alle boeren in de omgeving met een winkeltje erbij liepen in die tijd als een tierelier! Hij gaf hun asperges voor de verkoop en hij kreeg dan weer aardbeien terug voor in hun winkel.

      Hij vroeg of wij weleens van ‘stikstof’ hadden gehoord, lachen natuurlijk! Wij kunnen niet zonder stikstof, want dit is ook een bouwsteen. Zij hebben klaver in het grasland gezaaid, dit is een vlinderbloemige plant en deze planten vangen stikstof. Ook Lupine, bonen en erwten zijn vlinderbloemige planten. Alle stikstof die neerdaalt over heel Nederland, als een wollen deken, van de industrie en niet alleen over Natura 2000 gebieden, kunnen zij boven hun grond vangen en kunnen zij kunstmestzak dichthouden en weer als kunstmest gebruiken.

     Toen het prachtige verhaal over het begin van het bedrijf, waar oma en opa mee gestart zijn in 1921, op een klein boerderijtje rond het gebied van het NAC-stadion, waar zij weggekocht werden. Het paar kreeg maar liefst 13 kinderen, waarvan Gilbert zijn vader nr. 10 was. Maar ja, meneer pastoor bleef maar komen met felicitaties en meteen het vriendelijk verzoek om maar vast aan de volgende te denken… (Gilbert moest er niet aan denken om 15 paar knieën onder de eettafel te hebben!) Tien van hen hebben een zelfstandig landbouwbedrijf gehad, waarvan drie in Canada, drie hebben de Noordoostpolder opgebouwd en later de Flevopolder. De verhalen over zijn jeugd, samen met zijn broer zijn zeer vermakelijk en hebben veel gelachen. Hier een paar anekdotes.                                                                                                  

Het fokken van konijnen, waar zijn vader achter kwam dat er al bijna 700 zaten! ‘Verkopen die handel’ en al het cash geld in ieders stenen spaarvarken, ooit gekregen van oma en opa, die al heel snel vol zaten. ‘Naar de Boerenleenbank’ brengen zei zijn vader. Het ondernemers vak werd hier ws al geboren. De mevrouw van de bank leek aardig, maar sloeg zomaar met een hamer de varkens aan diggelen! Weg geld… weg varkens en weg konijnen, groot verdriet dus.  10 en 12 jaar waren ze toen.            

      Of over het verwisselen van drie eendeneieren met drie kippeneieren, waar de moeders op zaten te broeden, zodat de kuikentjes direct met de eendjes het water in wilden en ternauwernood van de verdrinkingsdood gered zijn, maar de moederkip werd toen wel een stresskip! Later over het overnemen van het bedrijf, wéér aan de keukentafel bij ‘ons ma.’ Jongens liever niet naast elkaar, maar tegenover elkaar, pa en ma op de kopse kant, zodat zij de boel in evenwicht konden houden en…nee is ook een antwoord. Het dik gevulde portemonneetje op tafel met al het geld van de maatschap erin, de opbrengst van de asperges, van de melk, van het loon van zijn broer die in de winter bij ging verdienen, het huishoudgeld etc. Je had niets voor jezelf, ieder zat aan een kant van het portemonneetje te trekken. Gilbert wilde het liefst de melkstal laten ontwikkelen. Zijn broer begon hier met de asperges en wijnboerderij. Ze worden aangeleverd als tweejarige plant, hier is een heel proces aan vooraf gegaan. Eén hectare aspergeplanten kost 9000 euro. Je mag het zaad ook niet zelf winnen en ermee gaan kweken, daar staan hoge boetes op. Alles werd uitgelegd over deze teelt, te veel om hier te vertellen en over het maken van de wijn. Hij heeft een groep van 15 vrijwilligers die deze wijngaard vakkundig bewerkt en onderhoudt. Gilbert liet alles zien van de groei van de druifjes en hoe de wijn wordt gemaakt. De wijngaard was de grote droom van zijn vader en mochten ze van hem niet wegdoen, iets dat de broers graag wilden, om er bonen en erwten op te zetten, of mais voor het vee en meer opbrengst zouden hebben. Wijn in Nederland, dát kon toch niet! Toen zij zijn tranen zagen, zijn zij er toch maar mee door gegaan, gelukkig met succes. Nu heeft zijn broer het melkveebedrijf verderop en Gilbert de landbouw. Er worden allerlei workshops gegeven tegenwoordig en kunstenaars komen exposeren en zo verzint hij iedere keer iets nieuws, uitdagingen aangaan, zoals hij het noemt. En, ‘gluren bij de boeren dat 4 juni is geweest. Nooit stilzitten, ook al heb je tegenslagen, voorruit blijven kijken.                                                                                                             

Nu is dan het aspergeseizoen, waar hij uitgebreid over vertelde en liep met ons naar de bedden, waar hij het ‘steken’ voordeed en uitlegde. Hij heeft al tien jaar dezelfde groep Roemenen die dan tien weken blijven. Zij hebben een goed onderkomen op het erf. Wanneer zij weer naar huis gaan, kun je het chalet en de stacaravan huren, kamperen bij de boer. Ook hier uitgebreide uitleg. Via de grote sorteer schuur, waar de Roemenen bezig waren met sorteren, liepen wij naar de winkel, waar goed verkocht werd. Daarna weer op het terras, waar een heel blad vol flessen likeur werd gebracht, die zij ook zelf brouwen en waar wij van alle flessen mochten proeven en dat smaakte heel erg lekker!

   

  

 

    Zijn motto, waar hij 100 % in gelooft is: KIJK NȈET ACHTEROM WANNEER ER DEUREN ACHTER JE WORDEN DICHTGESLAGEN, ER GAAN AAN DE VOORKANT ȀLTIJD WEER DEUREN VOOR JE OPEN!

   Een man die zielsgelukkig is met zijn leven en het naar alle kanten uitstraalt. En met deze wijze woorden, togen wij bepakt en bezakt terug naar onze auto, waar zijn humor nog lang nagalmde!

                                                                                               Marijke Smit.